In 2013 werd een afspraak gemaakt om mensen met een beperking aan een baan te helpen. In 2025 zouden er 125.000 banen voor hen bij moeten komen. Het plan was een belangrijk punt uit het sociaal akkoord van 2013.

In de beginjaren van het plan werden er ambassadeurs het land in gestuurd en ontstond er een redelijke groei in het aantal banen.

De groei is er helaas uit. De mensen met een lichte aandoening die zonder al te veel hulp aan de slag konden, zijn inmiddels aan een baan geholpen. Het is lastiger om de mensen met een grotere beperking aan een baan te helpen. Ook zijn er mensen die aan een baan zijn geholpen en die ook weer kwijtgeraakt zijn. Het kabinet denkt dat de doelen niet behaald kunnen worden. Volgens het ministerie zijn ruim 58.000 extra banen gecreëerd, maar volgens de brancheorganisatie van sociale werkbedrijven Cedris zijn er minder dan 12.000 banen gerealiseerd. Dit komt bijvoorbeeld doordat het ministerie 10.000 banen heeft meegerekend aan mensen met een beperking die al eerder een baan hadden. Ook werden leerlingen uit het speciaal- en praktijkonderwijs meegeteld, terwijl die voorheen ook een reguliere baan kregen. Staatssecretaris Van ’T Wout ziet dat het op een aantal punten anders moet. Het moet simpeler worden voor werkgevers om iemand met een beperking in dienst te nemen en ook moeten de gemeenten een actievere positie innemen. De gemeenten moeten namelijk vaker mensen met een beperking aanmelden bij het UWV, zo kunnen deze mensen hulp krijgen bij het vinden van een baan.